Klinische zorg & verblijfszorg daarna

Een indicatiestelling voor forensische klinische zorg dan wel forensische verblijfszorg na klinische opname door het NIFP wordt doorgaans aangevraagd door de reclassering (als bijzondere voor­waarde of in het kader van toezicht) en het PMO (vanuit detentie). Het PMO kan tevens een indicatiestelling voor opname PPC aanvragen, (net als de rechtbank na voorgeleiding en het OM voor ingeslotenen op het politiebureau). In het geval van opgelegde TBS met dwangverpleging vraagt de Divisie Indivi­duele Zaken de indicatiestelling aan.

Een aanvraag bestaat uit een aanmelding met een heldere vraagstelling in IFZO en een dossier met broninformatie, afhankelijk van de strafrechte­lijke titel. De aanvraag wordt in behandeling genomen op het moment dat het dossier zowel kwantitatief (alle vereiste documenten aanwezig) als kwalitatief (voldoende gekwalificeerde informatie) compleet is. De indicatiestelling gebeurt doorgaans op basis van dit dossier, met een toets door een NIFP-psychiater. Bij onvoldoende beschikbare relevante informatie voor een gerechtvaardig­de conclusie en/of twijfels over de aard en de ernst van het ziektebeeld kan de psychiater een consult uitvoeren.

De normtijd voor een indicatiestelling voor een opname PPC is 4,5 uur, die voor TBS-dwang 5 werkdagen. In de overige gevallen kiest het NIFP in overleg met de aanvrager voor afronding binnen één van de volgende normtijden:

  • 2 werkdagen voor een crisisplaatsing;
  • 5 werkdagen voor een spoedplaatsing en
  • 10 werkdagen voor een reguliere plaatsing.

Deze termijnen gaan in wanneer het dossier compleet is.

Voor een goed verloop van aanvraag, indicatiestelling, plaatsing en desbetreffende informatie-uitwisseling bestaan er formele samenwerkingsafspraken tussen NIFP, 3RO, GW en DIZ.

Detentievervangende maatregelen

Bij een aanvraag voor een indicatiestelling voor uitplaatsing uit detentie geldt dat de beoogde behandeling en/of begeleiding niet kunnen wachten èn niet kunnen worden geleverd in PI of PPC. Daarbij gaat het om forensische zorgtitels in het kader van de artikelen 15.4 en 43.4 Pbw.

In het geval van veroordeelden voor ernstige  gewelds- en zedendelicten is een aanvullende eis: de aanlevering van een risicotaxatie en een delictanalyse als broninformatie. Daarnaast verricht een NIFP-psychiater tijdens het indicatiestellingsproces een consult, voor een inschatting van zaken als behandelbereidheid en de passendheid van de beoogde klinische zorg of verblijfszorg.