Forensische zorg in de praktijk

Mensen die in aanraking komen met politie en justitie, kunnen een psychiatrische of psychische stoornis hebben. Voor de veiligheid van de samenleving is het van belang dat zij een passende behandeling ontvangen en ook de noodzakelijke beveiliging.

Forensische zorg is geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg en verstandelijk gehandicaptenzorg dat onderdeel is van een (voorwaardelijke) straf of maatregel. Forensische zorg wordt meestal door de rechter opgelegd als onderdeel van een straf en/of maatregel aan iemand met een psychisch/psychiatrische stoornis of verstandelijke beperking die een strafbaar feit heeft gepleegd. Forensische zorg beweegt zich op het snijvlak van twee werelden. Die van het strafrecht en die van de zorg.

Meer veiligheid door minder recidive

Het doel van forensische zorg is het voorkomen van recidive. Dat wil zeggen dat men de kans dat iemand na forensische zorg opnieuw een strafbare handeling pleegt wil verkleinen. Dit wordt gedaan door cliënten te behandelen en begeleiden zodat zij weer kunnen functioneren in de maatschappij. De forensische zorg is erop gericht de maatschappelijke veiligheid te vergroten.

Voor wie en waarom

Forensische zorg is voor mensen met een psychische of psychiatrische stoornis die een strafbaar feit hebben gepleegd en bij wie het risico hoog is dat zij opnieuw een strafbaar feit gaan plegen. Een rechter kan dan een justitiabele veroordelen tot het ondergaan van zorg.

De psychiatrische problematiek van justitiabelen die in aanmerking komen voor forensische zorg is divers. Sommige justitiabelen lijden aan meerdere psychiatrische stoornissen. Een groot aantal justitiabelen is verslaafd aan drugs en/of alcohol. Een verslaving verergert vaak de symptomen van een psychische stoornis. In de forensische zorg worden ook justitiabelen met een verstandelijke beperking behandeld. Deze mensen komen ook in aanmerking voor forensische zorg als de strafbare feiten zijn gepleegd waaraan een psychiatrische stoornis verslaving en/of verstandelijke beperking ten grondslag ligt.

Er zijn drie hoofdgroepen die forensische zorg (kunnen) ontvangen, verdachten of veroordeelden, gedetineerd inclusief preventief gehechten en personen met een tbs-maatregel. Personen die zijn veroordeeld in het kader van het jeugdstrafrecht, zoals de PIJ-maatregel, vallen niet onder de forensische zorg.

In Nederland bepaalt de rechter dat zorg een onderdeel wordt van het strafrechtelijke kader. Uitzondering hierop is zorg tijdens detentie, verdiepingsdiagnostiek en voorgenomen indicatiestelling. Om een goed onderbouwd vonnis te kunnen wijzen, worden eerst alle omstandigheden van een verdachte en het gepleegde misdrijf onderzocht. Als dat is gebeurd, vindt eventuele veroordeling plaats, waarbij de rechter een zorgtitel kan opleggen. Daarna wordt gekeken in welke instelling iemand moet worden geplaatst om zorg te kunnen ontvangen. Het uiteindelijke doel van de behandeling is een veilige terugkeer in de maatschappij.

Het totale (forensische) proces van het plegen van het delict tot en met resocialisatie van een cliënt bestaat uit verschillende stappen: