Keten forensische zorg
In Nederland zetten veel instellingen en organisaties zich in voor de forensische zorg. Het huidige systeem van forensische zorg kent een duidelijke rol- en taakverdeling voor alle betrokken partijen in de keten van de forensische zorg. Kwalitatief goede forensische zorg, waarbij de cliënt tijdig de juiste zorg op de juiste plek krijgt. Dit vraagt om continue samenwerking en tijdige informatieuitwisseling tussen de ketenpartners. Op deze manier kunnen we gezamenlijk de in-, door- en uitstroom bevorderen en beter mogelijk maken dat de cliënt op de juiste plek kwalitatief goede zorg ontvangt. Zorg die op dat moment voor die cliënt passend is bij de zorgvraag- en beveiligingsnoodzaak en op- of afgeschaald kan worden indien dit vanuit risicotaxatie mogelijk blijkt.
Samen met ketenpartners wordt gekeken naar wat ten aanzien van ketenregie aanvullend op bestaande (regionale) samenwerkingsvormen wenselijk is, hoe dit vorm kan krijgen en welke aanvullende rol DJI hierbij als ketenregisseur kan invullen. Dit blijft een doorlopend proces.
Ketenregie
Het reclasseringswerk in Nederland wordt uitgevoerd door drie reclasseringsorganisaties (3RO):
- Reclassering Nederland (RN)
- Stichting Verslavingsreclassering GGZ (SVG)
- Stichting Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering
De drie organisaties verschillen van elkaar wat betreft geschiedenis, visie, omvang, structuur en manier van werken. In de praktijk werken ze nauw met elkaar samen om bij te dragen aan de veiligheid van de samenleving door het voorkomen van criminaliteit en het terugdringen van recidive.
Een cliënt wordt toebedeeld aan de reclasseringsorganisatie die hem of haar de meeste meerwaarde kan bieden. Hierbij staat het hoofdproblematiek van de cliënt centraal. Is er sprake van problematisch gedrag in relatie tot de verslaving? En is er een relatie tussen delict en verslaving? Dan wordt de cliënt toebedeeld aan de SVG. Dit geld voor ongeveer 30% van alle reclasseringscliënten. Het Leger des Heils verleent hulp aan dak- en thuislozen (ongeveer 10 %) Voor de overige cliënten is Reclassering Nederland de aangewezen partij.
Taken van de drie reclasseringsorganisaties:
- diagnose en advies aan het Openbaar Ministerie en de rechterlijke macht
- toezien op de uitvoering van werkstraffen
- houdt toezicht op verdachten en/of daders
- indiceert voor forensische zorg
- verzorgt totstandkoming van ambulante zorg of plaatst cliënten in beschermd wonen voor forensische zorg
De contactpersonen van de reclasseringsorganisaties:
- Ilonka Verkade I.Verkade@svg.reclassering.nl
- Janneke van Wely J.Wely@reclassering.nl
- Annemieke van der Veen a.vanderveen@ldh.reclassering.nl
Het Expertisecentrum Forensische Psychiatrie (EFP) is de plek waar alle partijen in de forensische zorg samenwerken aan kwaliteit van zorg, met als doel het bevorderen van de maatschappelijke veiligheid. Van het EFP mag je verwachten dat we aan de samenwerking zowel inhoudelijke als organisatorische kennis toevoegen. Dit doen we door projecten te begeleiden en die voor en met het veld uit te voeren. We stimuleren het delen van kennis en brengen partijen samen. Resultaten en uitkomsten delen we breed en maken we voor zoveel mogelijk partijen toegankelijk. Het Kwaliteitskader Forensische Zorg is voor ons werk de basis.
Het werkterrein van het EFP kan je verdelen in vier hoofdthema's:
1. Kwaliteitsnetwerken: het Kwaliteitsnetwerk is een methodiek voor zorgprofessionals en cliënten om van elkaar te leren en zo de kwaliteit van zorg te verhogen.
2. Kennisdelen: het EFP verzamelt, bundelt en deelt de kennis en expertise van het forensische veld. Door het geven van overzicht en inzicht kunnen zorgprofessionals goed samenwerken.
3. Onderzoek: het EFP helpt de forensische zorg bij het opzetten en uitvoeren van veldonderzoek en stimuleert het gebruik van de resultaten in de praktijk.
4. Vakmanschap: het EFP helpt zorgprofessionals in het bevorderen en ontwikkelen van deskundigheid en forensisch vakmanschap.
Handige links:
- Forensische Leerlijn: dit is een gratis online leeromgeving speciaal ontwikkeld voor en door het forensisch werkveld. Forensische Leerlijn - Online leeromgeving voor het forensische werkveld
- Forensisch Vakmanschap: geeft praktische invulling aan professionele ontwikkeling binnen de forensische zorg en is ontwikkeld door én voor de forensische zorg. Forensisch Vakmanschap - Trots op ons vak
- Kwaliteitsnetwerken: deze methodiek voor professionals en cliënten is om van elkaar te leren en zo de kwaliteit van zorg te verhogen. De kracht van een Kwaliteitsnetwerk (kwaliteitsnetwerken.nl)
- Ervaringsdeskundigheid: waar forensische ervaringsdeskundigen elkaar kunnen vinden en professionals een beroep kunnen doen op expertise. Ervaringsdeskundigheid
Kwaliteit Forensische Zorg
In 2013 is het programma Kwaliteit Forensische Zorg (KFZ) gestart vanuit de wens om door middel van kennisdeling, onderzoek en samenwerking de kwaliteit van de forensische zorg te verhogen.
KFZ subsidieert via calls projecten waarin organisaties binnen de forensische zorg samenwerken aan het verhogen van de kwaliteit en effectiviteit van interventies, behandelingen en methodieken, met als voornaamste doelen: betere zorg en een veiliger samenleving. Tevens stimuleert KFZ de implementatie van de KFZ-producten, zodat de resultaten breed ingezet worden.
De organisatie van het programma KFZ bestaat uit de Expertiseraad van het EFP en een Programmacommissie. De Expertiseraad en de Programmacommissie zijn breed en gevarieerd samengesteld en beschikken daarmee over alle benodigde kennis en expertise binnen het forensische zorgveld. Het EFP faciliteert het programma KFZ.
Voor meer informatie over KFZ of het intekenen op de calls kunt u terecht op kfz.nl.
De Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) zorgt namens de minister van Justitie en Veiligheid voor de tenuitvoerlegging van straffen en vrijheidsbenemende maatregelen die door de rechter zijn opgelegd. Met 50 vestigingen verspreid over het land en zo’n 15.000 medewerkers is DJI één van de grootste organisaties van Nederland. Jaarlijks stromen er ongeveer 40.000 nieuwe justitiabelen in. De insluiting vindt plaats in verschillende soorten inrichtingen, zoals gevangenissen en huizen van bewaring voor volwassenen, die penitentiaire inrichtingen (PI) worden genoemd. Maar ook in speciale inrichtingen voor de jongeren, de justitiële jeugdinrichtingen (JJI). Voor (tbs-)cliiënten zijn er forensische psychiatrische centra (FPC) en voor vreemdelingen maakt DJI gebruik van detentiecentra.
Het Ministerie van Veiligheid en Justitie heeft de uitvoering van de forensische zorg belegd bij de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). De Divisie Forensische Zorg en Justitiële Jeugdinrichtingen regisseert de keten van de forensische zorg en is verantwoordelijk voor de inkoop en de financiering van deze zorg.
De Divisie Individuele Zaken (DIZ) is onderdeel van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). DJI zorgt namens de minister van Veiligheid en Justitie voor de tenuitvoerlegging van straffen en vrijheidsbenemende maatregelen, die na uitspraak van een rechter zijn opgelegd. DIZ is verantwoordelijk voor het plaatsen van justitiabelen bij onder andere zorgaanbieders, volgens het uitgangspunt de cliënt op het juiste bed.
Het Forensisch Plaatsingsloket (FPL) ondersteunt het proces van indicatiestelling, plaatsing , zorgverlenging en financiering. Het FPL is het centrale aanspreekpunt voor de ketenpartners als het gaat om plaatsing van forensische cliënten bij een instelling. In de praktijk blijkt dat 90% van de plaatsingen door de plaatsende instanties probleemloos verloopt. Soms ontstaan er knelpunten waar de plaatsende instantie en de zorginstelling zelf niet uitkomen. Dan heeft het Ministerie van Veiligheid en Justitie, als eindverantwoordelijke voor plaatsing, de bevoegdheid (de doorzettingsmacht) om te interveniëren en bemiddelen om zo toch tot een plaatsing te komen. De uitvoering daarvan ligt bij het FPL. Het achterliggende doel van deze interventie is om een cliënt bij de juiste zorgaanbieder te plaatsen.
Het FPL:
- regisseert het plaatsingsproces;
- bemiddelt in de keten;
- bedenkt creatieve en snelle oplossingen voor eventuele knelpunten, samen met ketenpartners;
- informeert ketenpartners over ontwikkelingen bij de zorgaanbieders;
- beantwoordt vragen over de financiering;
- beantwoordt vragen over forensische zorg;
- maakt als laatste redmiddel gebruik van haar doorzettingsmacht.
Het FPL is te bereiken op 088 07 25678 of per mail op fpl@dji.minjus.nl.
Gemeenten participeren en voeren de regie op Zorg- en veiligheidshuizen. Het programma zorg- en veiligheidshuizen is een samenwerkingsverband waarin organisaties op één locatie met elkaar samenwerken aan het verminderen van recidive onder veelplegers, jongeren en veroorzakers van huiselijk geweld, criminaliteit en overlast. Hierdoor kunnen zij doorlopend informatie met elkaar uitwisselen. Samen zorgen zij voor een integrale, probleemgerichte aanpak. Deelnemers aan zorg- en veiligheidshuizen zijn partners op het gebied van justitie, zorg en openbare orde en veiligheid, zoals gemeenten, gemeentelijke instellingen, de politie, het Openbaar Ministerie, reclasseringsinstellingen, woningcorporaties en lokale en regionale welzijnsorganisaties.
Het programma zorg- en veiligheidshuizen streeft ernaar dat aanbieders van forensische zorg zijn aangesloten bij de zorg en veiligheidshuizen en bijdragen aan de continuïteit van zorg en bijdragen aan het verkrijgen van een actueel en volledig beeld van de problematiek. Daarnaast spelen gemeente een rol in de nazorg van ex-gedetineerden.
De gemeente waar de ex-gedetineerde gaat wonen is verantwoordelijk voor zijn opvang en begeleiding. De meeste gemeenten hebben een coördinatiepunt die ex-gedetineerden ondersteunt. Voor goede re-integratie in de samenleving heeft een ex-gedetineerde identiteitspapieren, onderdak, inkomen en zorg nodig. Het coördinatiepunt helpt hierbij, maar de ex-gedetineerde is zelf verantwoordelijk.
Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ)
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) oefent het toezicht uit op zowel de reguliere GGZ als op de forensische zorg.
Inspectie Justitie en Veiligheid
De Inspectie Justitie en Veiligheid (JenV) heeft de verantwoordelijkheid om te beoordelen of de wijze waarop de straf (inclusief zorg) ten uitvoer wordt gelegd conform de daarvoor vastgestelde regels.
De verantwoordelijkheid voor de plaatsing van mensen in de forensische zorg ligt bij de minister van Justitie en Veiligheid. Omdat de Minister eindverantwoordelijk is voor de ten uitvoerlegging van de straf en/of maatregel, moet het Ministerie van Justitie en Veiligheid (ministerie JenV) waarborgen dat de forensische zorg die aan justitiabelen is opgelegd, ook daadwerkelijk beschikbaar is.
De Directie Sanctie- en slachtofferbeleid (DSenS) van het Ministerie is eigenaar van het stelsel van de forensische zorg en daarmee verantwoordelijk voor de besturing van de keten, van indicatiestelling tot uitstroom. Als bestuurder van het stelsel is DSS verantwoordelijk voor het functioneren van dit stelsel en moet zij de optimale voorwaarden scheppen voor het instandhouden en verbeteren van het stelsel.
Het Nederlands Instituut voor Forensische psychiatrie en psychologie (NIFP) is het kennisinstituut voor forensische psychiatrie en psychologie. Het is een landelijke dienst van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, ondergebracht bij de Dienst Justitiële Inrichtingen. Het NIFP biedt onafhankelijke psychiatrische en psychologische expertise (diagnostiek, zorg en advies) aan justitiële en maatschappelijke ketenpartners.
Met de inwerkingtreding van de Wet forensische zorg zijn de taken en bevoegdheden die de Nederlandse Zorgautoritet (NZa) heeft op basis van de Wet Marktordening Gezondheidszorg (Wmg) ook op de forensische zorg van toepassing.
Dit betekent dat de NZa bevoegd is tot tarief- en prestatieregulering in de forensische zorg en ook de toezichts- en handhavingstaak daarvan vervult. De Nza kan regels stellen ten aanzien van het declaratieverkeer, de verstrekking van gegevens en transparantie. De NZa kan in dit kader onder meer aanwijzingen geven, een last onder dwangsom opleggen of een boete opleggen.
Het zorgaanbod in de penitentiaire inrichting en de overplaatsing naar interne of externe voorzieningen komen via het psycho-medisch overleg (PMO) tot stand. Het PMO heeft als taak de individuele zorg van de inrichtingpsycholoog, forensisch psychiater, arts en verpleegkundige af te stemmen. In het PMO vormt het proces van individuele diagnostiek, indicatiestelling, advisering, behandeling en nazorg de rode draad. Het PMO coördineert de zorg en geeft adviezen aan het management als het tekorten in de zorg constateert.
Taken van het PMO:
- indiceert voor forensische zorg voor gedetineerden
- plaatst cliënten klinisch of ambulant binnen het gevangeniswezen
De rechterlijke macht bestaat uit de rechters en de Officieren van Justitie. De Officieren van Justitie vormen het Openbaar Ministerie.
Openbaar Ministerie (OM)
Het Openbaar Ministerie (OM) brengt strafzaken voor de rechter. In ongeveer 25% van de zaken vermoedt het OM of de rechter dat de verdachte lijdt aan een psychiatrische stoornis. Dan kunnen zij het NIFP om een gedragsdeskundig advies vragen. Een psychiater van het NIFP schetst op basis van een kort psychiatrisch onderzoek een voorlopig beeld van de psychiatrische problematiek van een verdachte en adviseert het OM en de rechter over de noodzaak een meer diepgaand gedragsdeskundig onderzoek in te stellen. Dit is de zogenoemde Pro Justitia rapportage. Het OM vordert een straf of maatregel waarvan forensische zorg al dan niet een onderdeel is.
Rechters
Als rechters de straf bepalen voor de verdachte van een delict, houden zij rekening met de adviezen van de gedragsdeskundigen en reclassering. Als daaruit naar voren komt dat het delictgedrag van een verdachte is te herleiden tot een psychiatrische stoornis, dan kan de verdachte als verminderd toerekeningsvatbaar beschouwd worden. Een rechter kan dan naast een vrijheidsstraf ook een behandeling opleggen in de vorm van een ter beschikking stelling, een strafrechtelijke machtiging of als een bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijke vrijheidsstraf.
Het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) is een wetenschappelijk onderzoeks- en kenniscentrum voor het Ministerie van Justitie en Veiligheid.
Het WODC :
- doet zelf onderzoek en laat onderzoek uitvoeren, waaronder het evalueren van beleid en beleidsprogramma's;
- adviseert over voorgenomen beleid en beleidsprogramma’s;
- maakt onderzoeksresultaten toegankelijk;
- verspreidt de kennis die binnen het WODC aanwezig is;
- documenteert de wetenschappelijke publicaties op het terrein van veiligheid en justitie.