Zorgprestatiemodel

Vanaf 1 januari 2022 is het zorgprestatiemodel het nieuwe bekostigingsmodel voor de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) en de forensische zorg. Het zorgprestatiemodel is een systeem met duidelijke regels en nota’s, eerlijke vergoeding voor gepaste zorg en zónder onnodige administratieve lasten.

Branche-organisaties, zorgverleners en overheid werken vanaf 2019 gezamenlijk aan het model en inmiddels zijn de hoofdlijnen bekend. In 2021 is ingezet op de implementatie van het model; hierbij is ook uitgebreid gekeken of alles voor iedereen goed werkt.

Waarom het Zorgprestatiemodel?

Momenteel kennen de GGZ en de forensische zorg verschillende manieren van het bekostigen van zorg; zo wordt er gebruik gemaakt van dbc’s voor de specialistische GGZ, van dbbc’s voor forensische zorg en van zzp’s voor langdurige begeleiding en verblijfszorg. Het huidige systeem is daardoor complex, en gaat gepaard met hoge administratieve lasten. Daarnaast duurt het door de lange doorlooptijd van de dbc’s en dbbc’s lang voordat de nota kan worden verstuurd. Dit is nadelig voor zorgaanbieder, zorgfinancier en de cliënt.
Het zorgprestatiemodel lost de meeste bestaande knelpunten op (zie adviesrapport van de NZa). De prestaties weerspiegelen de daadwerkelijk geleverde zorg, en de tarieven sluiten aan bij de behandeling die de zorgverlener geeft. Ook gaat de minutenregistratie verdwijnen, waardoor de administratieve lasten worden verlicht. Doordat de prestaties straks zijn gekoppeld aan ‘een dag’ en niet meer aan een traject, zijn de totale zorguitgaven veel sneller inzichtelijk. De basis-ggz, de gespecialiseerde ggz en de forensische zorg krijgen straks dezelfde prestaties: de ‘schotten’ tussen die zorg gaan verdwijnen.

Wat betekent dit voor aanbieders van forensische zorg?

Voor aanbieders van forensische zorg geldt, dat zij vanaf 1 januari 2022 op een andere manier declareren. Daarvoor moeten zij bijvoorbeeld zorgen dat de administratie op tijd klaar is en dat medewerkers op de hoogte zijn.