Repatriëring vreemdelingen in de tbs

In de terbeschikkingstelling (tbs) bevindt zich al geruime tijd een kleine groep van vreemdelingen die niet (meer) rechtmatig in Nederland verblijft. Een terugkeer in de Nederlandse samenleving is niet mogelijk op grond van het vreemdelingenbeleid. Dit staat op gespannen voet met de tbs-behandeling, die juist is gericht op resocialisatie. De vreemdelingen verblijven in Forensisch Psychiatrisch Centra (FPC’s) totdat een mogelijkheid is gevonden tot repatriëring naar het land van herkomst.

Beleidskader repatriëring vreemdelingen in de tbs

Het beleidskader repatriëring vreemdelingen in de tbs bevat een aantal uitgangspunten. Vreemdelingen in FPC’s die geen rechtmatig verblijf hebben, c.q. ongewenst zijn verklaard, krijgen een op hun situatie toegesneden behandeling die is gericht op terugkeer naar het land van herkomst. Resocialisatieverlof en terugkeer in de Nederlandse samenleving zijn niet toegestaan. Het verdient de voorkeur om, waar mogelijk, gebruik te maken van de wettelijke mogelijkheden van de WETS en de WOTS om de tenuitvoerlegging van de maatregel aan een ander land over te dragen. Hiermee is de resocialisatie van de tbs-gestelde en de beveiliging van de maatschappij, zowel in Nederland als in het buitenland, het beste gediend. Dit wordt ook wel de ‘Koninklijke weg’ genoemd. Indien dit niet mogelijk is, is beëindiging door de minister van Veiligheid en Justitie of de rechter het alternatief.

Zorgvuldigheidseisen

Beëindiging van de tbs door de minister van Veiligheid en Justitie of de rechter en teruggeleiding naar het land van herkomst moet aan een aantal zorgvuldigheidseisen voldoen. Zo moet er voor de vreemdeling die daadwerkelijk uit Nederland wordt gezet een ‘passende voorziening’ in het land van herkomst zijn geregeld, zodat het verblijf daar ook veilig is. Hiertoe wordt in het land van herkomst nazorg geboden, oplopend tot een periode van circa zes maanden. Het repatriëringsplan en de toetsing van de voorwaarden worden uitgevoerd door een onafhankelijke (interne) toetsingscommissie. Deze commissie bestaat uit leden vanuit verschillende organisatieonderdelen van het ministerie van Veiligheid en Justitie, waaronder ook een gedragsdeskundige en zo mogelijk iemand van een FPC.